Plenaire Vergadering van 25/05/2005

Actuele vraag van mevrouw An Michiels tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de afschaffing van de vervangingspool

Actuele vraag van de heer Jef Tavernier tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de afschaffing van de vervangingspool

De voorzitter: Dames en heren, aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Michiels en de heer Tavernier tot de heer Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de afschaffing van de vervangingspool.

Mevrouw Michiels heeft het woord.

Mevrouw An Michiels (Op de tribune): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de vervangingspool heeft tijdens deze legislatuur al een hele weg afgelegd. Hij was nauwelijks van start gegaan toen reeds werd geopperd dat hij moest worden herbekeken. Behalve het kleine contingent dat nog mocht worden ingeschreven na de herfstvakantie mochten er geen bijkomende inschrijvingen meer komen. Nog later werd verklaard dat de vervangingspool zou worden afgeslankt en nog zou worden gebruikt voor knelpuntenregios en knelpuntenvakken. Vorige week werd beslist dat de vervangingspool zal worden afgeschaft.

Iedereen is het ermee eens dat de vervangingspool aan een evaluatie toe was. Een inzettingspercentage van 61 percent is niet echt hoog, maar door de pool af te schaffen vrees ik dat het kind met het badwater wordt weggegooid.

De vervangingspool was opgericht om vooral jonge en gemotiveerde leerkrachten gedurende n schooljaar werkzekerheid te geven en om scholen de gelegenheid te bieden om op korte termijn en voor korte vervangingen een plaatsvervanger te vinden voor een afwezige leerkracht. Het is dan ook heel toevallig dat die afschaffing er komt op een ogenblik dat men naarstig op zoek is naar nieuw geld om eerder gedane beloftes uit te voeren.

Mijnheer de minister, zal het geld dat vrijkomt door de afschaffing van de vervangingspool worden gebruikt om dergelijke beloftes te financieren? Ik denk dan bijvoorbeeld aan de uitvoering van CAO VII of aan de al zolang beloofde financile injectie voor de hogescholen.

Ik ben ook bezorgd voor de leerkrachten volgend jaar. Mijnheer de minister, welke maatregelen hebt u al genomen om gemotiveerde, jonge leerkrachten in het onderwijs te houden? Als ze na enkele maanden geen werk hebben gevonden in het onderwijs en er ook geen uitzicht op hebben, gaan ze misschien op zoek naar ander werk. Welke maatregelen hebt u genomen om scholen toe te laten op korte termijn te voorzien in vervangingen voor een korte periode? (Applaus bij het Vlaams Belang)

De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier (Op de tribune): Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, minister Vandenbroucke had beloofd een evaluatie te maken van het systeem van de vervangingspools. Die pools werden opgericht om enerzijds de arbeidsomstandigheden van jonge, beginnende leerkrachten te verbeteren en anderzijds om scholen te ondersteunen bij de vervangingen. Mijnheer de minister, die evaluatie heeft geleid tot voorontwerp van decreet XV. Daarin stelt u een grondige aanpassing van het decreet voor. In de memorie van toelichting bij het voorontwerp zegt u heel duidelijk dat u dat om budgettaire en dus niet om inhoudelijke redenen wilt doen.

Het advies van de VLOR, dat zoals steeds zeer omzwachteld is, viel nogal negatief uit. Men stelde dat als er werd gekozen voor een afslanking, de criteria duidelijk moeten worden vastgelegd. De VLOR vond die in het voorontwerp niet terug.

Een tijdje later hebt u nog een stap verder gezet. U bent begonnen met de uitwerking van de budgettaire besparing, met als gevolg een beperking van de vervangingspool. De gesprekspartners hebben daarop gezegd dat dan de pool beter wordt afgeschaft. Ze hebben dus niet gezegd dat ze voorstander waren van de afschaffing van de vervangingspool, wel dat als de besparing zo ingrijpend is, de pool geen zin meer heeft. U hebt dat dan ook prompt gedaan.

Onmiddellijk daarna is de discussie over het geld begonnen. U hebt een amendement voorgelegd samen met een memorie, waarin u aangeeft wat u met de vrijgekomen middelen zou doen. Ondertussen hebt u dat weer ingetrokken. Er ontstond immers een gevecht onder de armen. Ze gingen onder elkaar ruzie maken. Er werd bijvoorbeeld gezegd dat een bepaalde besparing ongedaan moest worden gemaakt omdat er middelen waren vrijgekomen.

Mijnheer de minister, door de middelen die u zogenaamd hebt vrijgemaakt, zit u in een patsituatie. U hebt de vervangingspool en de doelstellingen van die pool gewoon afgeschaft. De problematiek blijft echter bestaan. Gemotiveerde, jonge, afgestudeerde leerkrachten die les willen geven, zoeken ander werk als ze na een bepaalde tijd, eventueel na een interim, niet worden aangenomen. Men kan dan gemotiveerde jonge mensen niet meer in het onderwijs houden. U doet daar niets aan. U schaft gewoon de vervangingspool af.

U zorgt er bovendien voor dat de scholen opnieuw voor grotere problemen zullen staan bij het zoeken van vervangende leerkrachten. Dat zal zeker het geval zijn vanaf het tweede semester. Tot nieuwjaar is er over het algemeen geen probleem.

Mijnheer de minister, welke positieve maatregelen zult u nu eindelijk nemen om het beroep van leerkracht aantrekkelijk te maken? Welke middelen zult u aan de scholen geven om tijdelijke opdrachten gemakkelijk in te vullen? Het systeem van databanken via de VDAB dat u aankondigt, dat is maar een doekje voor het bloeden. Op het moment dat u spreekt over de hervorming van de lerarenopleiding om het beroep aantrekkelijker te maken, geeft u een volledig verkeerd signaal. Budgettair komt het u wel goed uit.

De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.

Minister Frank Vandenbroucke (Op de tribune): Mijnheer de voorzitter, ik zal aan mijn gesprekpartners in het onderwijs voorstellen om de vervangingspool helemaal af te schaffen.

Het klopt dat we sinds het begin van deze legislatuur inzake dit onderwerp een aantal stappen hebben gezet. De eerste stap was de vaststelling dat de vervangingspool tweemaal meer kostte dan in de begroting was ingeschreven. In de begroting stond 18 miljoen euro ingeschreven, maar uiteindelijk ging het om 35 miljoen euro, wat een enigszins onprettige verrassing was. We hebben ons dan ook vragen gesteld over de doelmatigheid.

Ik heb daarna een voorstel uitgewerkt over hoe de vervangingspool doelmatiger zou kunnen worden. Ik wil daar toch even dieper op ingaan omdat het twee punten van de reconstructie van de heer Tavernier nuanceert. In Onderwijsdecreet XV wordt inderdaad niet in detail gezegd hoe we knelpuntvakken en -richtingen identificeren waarop we dan een vervangingspool zouden toepassen. Er wordt ook niet in detail gezegd hoe we knelpuntregios zouden identificeren.

Ik heb heel wat interessante uren doorgebracht met mensen van de VDAB over de vraag hoe we dit objectief kunnen omlijnen. We hebben daarover een heel precies voorstel uitgewerkt waardoor we in het middelbaar onderwijs door toepassing van zeer objectieve criteria kunnen zeggen dat Nederlands, Frans, wiskunde en katholieke godsdienst knelpuntvakken zijn. Voor het basisonderwijs hadden we een aantal knelpuntregios gedentificeerd op basis van objectieve criteria. De VLOR heeft gelijk dat dit niet in het onderwijsdecreet is opgenomen.

In de onderwijsregelgeving moet men nadenken over wat er in een decreet moet en wat niet. Het legaliteitsdebat heeft ertoe geleid dat er enorm veel details in decreten worden geschreven. Ik ben van oordeel dat we daarvan terug moeten komen. Ik neem aan dat de kritiek slaat op het feit dat de details niet in het decreet staan. Ik had die helemaal uitgewerkt en voorgelegd aan de partners. De inrichtende machten vonden de vervangingspool niet goed en er was dan ook geen draagvlak om dit te organiseren. Bij de vakbonden lag het anders, alhoewel er een verschil was tussen de verschillende bonden. Ik ga daar echter niet dieper op in omdat ze zelf hun standpunten moeten verduidelijken. Grosso modo vonden de vakbonden dat als de pool zo klein werd gemaakt, die net zo goed kon worden afgeschaft.

De inrichtende machten vinden de pools geen goed systeem omdat er mensen over de vloer komen waarover ze niet zo enthousiast zijn. Er wordt ook wel wat geweigerd. De feitelijke inzetting in vervangingen bedraagt nog maar 61 percent. Voor 39 percent worden mensen gefinancierd die zeer onduidelijke opdrachten hebben in scholen. Als er geen draagvlak is bij de werkgevers en er geen enkele goesting is om er iets mee te doen, dan kan ik het beter niet voorstellen.

Ik heb me dan ook de vraag gesteld of het geld niet op een andere manier kan worden ingezet. Ik ga daarover overleggen met de onderwijspartners. Ik vind dat geen ruziemaken, maar wel eerbare standpunten verdedigen. Dat zijn eerbare standpunten waarover de enen dit en de anderen dat zullen zeggen. Ik zal onderhandelen om ervoor te zorgen dat het geld dat vrijkomt dankzij de afschaffing van de vervangingspool opnieuw kan worden gebruikt voor het onderwijs.

U moet goed beseffen dat de oorsprong van de vervangingspool teruggaat tot 1999. Toen ervoeren de beleidsmakers een groot algemeen tekort aan leerkrachten. Er was nood aan een vlot vervangingssysteem, maar ook aan middelen om mensen in het onderwijs te kunnen houden. De toestand is ondertussen veranderd. Het is niet langer zo dat er een algemeen tekort aan leerkrachten bestaat. Het is evenmin zo dat we mensen per se in het onderwijs moeten houden. Er is natuurlijk wel nood aan een efficint vervangingssysteem. Dat alles doet me na een grondige discussie besluiten om de vervangingspool af te schaffen.

Net zoals de heer Tavernier zou ik in een wereld willen leven waarin schaarste niet bestaat en het geld uit de hemel valt. Jammer genoeg is dat niet zo. We moeten daarom goed nadenken over hoe we ons geld besteden. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter: Mevrouw Michiels heeft het woord.

Mevrouw An Michiels: Mijnheer de minister, het is juist dat de situatie wel degelijk is veranderd en er niet langer sprake is van een algemeen lerarentekort.

De heer Tavernier en ikzelf hebben echter de vraag opgeworpen wat u zult ondernemen voor de jonge leerkrachten die geen uitzicht hebben op een vaste benoeming. Op welke wijze wilt u hen in het onderwijs inschakelen en hen binden? We hebben op die vragen geen antwoorden gekregen. Evenmin hebt u gezegd welke middelen de scholen zullen krijgen om te zorgen voor vervangingen. Hoe moeten ze zorgen voor korte vervangingen, die ongetwijfeld het grote knelpunt zullen zijn? Tot vandaag kregen ze geld dankzij het systeem van de vervangingspool.

De voorzitter: De heer Tavernier heeft het woord.

De heer Jef Tavernier: Ik ben de eerste om toe te geven dat het systeem van de vervangingspool aan verbetering toe was. De overheid moet dan ook bereid zijn daaraan te werken. Het enthousiasme van sommige leerkrachten moet verbeteren, zo niet moeten ze eruit. Hier is gezegd dat het enthousiasme bij mensen in de vervangingspool soms te wensen overlaat. Hoe zult u dat enthousiasme dan opwekken bij werklozen die in april voor een maandje worden opgeroepen?

De voornaamste kritiek van de VLOR had te maken met de zorg om jonge waardevolle leerkrachten blijvend te doen kiezen voor het onderwijs en de scholen te helpen bij het zoeken naar vervangers. Het inzettingspercentage is misschien maar 61 percent, maar dat is dan toch dat. Op een of andere manier zal dat geld moeten worden uitgegeven, via de vervangingspool of een ander systeem. Als men cht wil besparen, dan kan dat enkel door mensen die men moet vervangen niet te vervangen. We mogen niet in die toestand terechtkomen.

De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.

Minister Frank Vandenbroucke: Op het gevaar af het debat te rekken, wil ik nog zeggen dat het inzettingspercentage van 61 percent betekent dat slechts 61 percent van het aangewende geld wordt gebruikt voor de inschakeling van mensen die een onderwijstaak uitvoeren. Zonder de vervangingspool gebeurt die inschakeling ook.

De kern van de discussie is of men in een soort inkomensgarantie ten belope van 39 percent van de middelen moet voorzien. Dat is niet doelmatig, zeker aangezien er naast de vervangingspool ook effectieve vervangingen gebeuren. Dit leidt tot een gebrek aan feitelijke vervangingen. Dit gebrek toont aan dat het huidig systeem niet doeltreffend werkt. De draagkracht is niet groot genoeg. De door mij bedoelde ondoeltreffendheid slaat op de huidige context. Een aantal jaren geleden bevond het onderwijs zich in een andere situatie en leek de invoering van de vervangingspool me een wijze beslissing.

Mevrouw Michiels vraagt zich af hoe we de vervangingen tot stand willen brengen en hoe we op de opmerkingen van de VLOR willen reageren. Hoewel ik hierover nog overleg wil plegen, kan ik alvast verklaren dat we al een basis hebben gelegd. Ik wil korte afwezigheden in het onderwijs gefinancierd vervangbaar maken. Ik wil dat we minder worden geconfronteerd met klassen die studie krijgen of die moeten worden samengevoegd omdat een leerkracht 2 dagen ziek is. Ik vind het fundamenteel voor de onderwijskwaliteit en voor de werk- en organisatiestress in het onderwijs dat we voor korte afwezigheden, met andere woorden afwezigheden die minder dan 10 dagen duren, in gefinancierde vervangingen voorzien.

Ik heb in dit verband een tijdpad uitgetekend. Ik heb overleg met het werkveld gepleegd. Ik wil een systeem voor korte vervangingen tot stand brengen. Aangezien dit een responsabiliserend effect heeft, wil ik de financiering gedecentraliseerd houden. Ik wil de scholengemeenschappen of de groeperingen van scholengemeenschappen een bepaalde hoeveelheid geld geven. Ze mogen zelf de spelregels vastleggen. Ze mogen zelf beslissen hoe ze voor korte afwezigheden in vervangingen voorzien. Wat mij betreft, gaat het hier niet enkel om afwezigheden ten gevolge van ziekte, in mijn ogen mag ook nascholing hiervoor in aanmerking komen. Ik heb een tijdpad uitgetekend dat deze financiering voor respectievelijk 10 percent, 20 percent en de totaliteit van het onderwijsveld moet invoeren.

Indien de volledige afschaffing van de vervangingspool voor voldoende geld zorgt, ben ik bereid om dit tijdpad voor het basisonderwijs te versnellen. Ik wil hierover vandaag evenwel nog geen verklaringen afleggen. Gezien de klaarblijkelijke afwezigheid van een draagvlak voor de kleine, gerationaliseerde vervangingspool, wil ik eerst overleg plegen met de vakbonden en met de inrichtende machten. Ik wil iedereen dan ook vragen me hiervoor een beetje tijd te gunnen.

De voorzitter: Het incident is gesloten.